Uitwisselprofiel Ministerie van VWS Jaarverantwoording Zorg

Semantische interoperabiliteit

Algemeen

InformatievragenDoel en achtergrond
1.1 Identificerende gegevensDeze indicator behoort bij vraag 1 in de regeling. Nodig om te identificeren of het om de juiste organisatie gaat. Controle van juistheid van gegevens door de zorgaanbieder. Worden op dit moment automatisch gevuld vanuit het Handelsregister van KvK en het AGB- register van Vektis. Het gaat hier om zaken zoals KvK nummer, SBI codes, naam van de zorgaanbieder en rechtsvorm.
1.1.2 Maakt de zorgaanbieder gebruik van vrijstellingen naar omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder?Deze indicator behoort bij vraag 1 in de regeling. Op basis van dit gegeven wordt bepaald welke vragen (indicators) relevant zijn. Dit is organisatiespecifiek.
1.1.3 Welke vormen van zorg heeft de zorgaanbieder verleend (meerdere combinaties zijn mogelijk)?Deze indicator hoort bij vraag 1 in de regeling. Geeft inzicht in type organisatie en samenstelling van de organisatie.
2.1 Behoorde de zorgaanbieder tot een groep?Deze indicator hoort bij vraag 2 van de regeling. Dit is een vraag t.b.v. de routering door de vragen. M.a.w. welke vragen in het UP zijn wel of niet relevant.
3.1 Heeft de zorgaanbieder de principes en bepalingen van de Governancecode Zorg in zijn geheel toegepast?Deze indicator hoort bij vraag 3 van de regeling. Waarborgmechanisme voor het goed en transparant besturen van de organisatie. De Governancecode Zorg bevat richtlijnen voor goed bestuur en toezicht, en helpt bij het bevorderen van verantwoordelijke besluitvorming en ethisch gedrag binnen de zorgsector. VWS wil met deze vraag beoordelen of zorgaanbieders voldoen aan de standaarden die gericht zijn op het verbeteren van kwaliteit en integriteit binnen de zorg.
3.1.2 Was de zorgaanbieder onderworpen aan een andere code dan de Governancecode Zorg of paste de zorgaanbieder deze vrijwillig toe?Deze indicator hoort bij vraag 3 van de regeling. Een zorgaanbieder kan naast of in plaats van de Governancecode Zorg zijn onderworpen aan een andere code op basis van de rechtsvorm, andere vorm van zorgverlening of andere activiteiten dan zorgverlening. Voorbeelden van andere codes zijn Corporate Governance Code, GGD GHOR Nederland governance code, ZKN governance code of Code Goed Onderwijsbestuur.
3.1.3 Beschikte de zorgaanbieder over één of meerdere cliëntenraden?Deze indicator hoort bij vraag 3 van de regeling. Door het bestaan van een cliëntenraad te monitoren, kan VWS beoordelen in hoeverre zorgaanbieders voldoen aan wetgeving en richtlijnen die participatie en inspraak van cliënten bevorderen. Dit helpt ook bij het verbeteren van de transparantie en de kwaliteit van zorg, aangezien een actieve cliëntenraad kan bijdragen aan het verbeteren van de zorgervaring- en diensten.
4.1. Hoeveel zorgverleners verleenden zorg?Deze indicator hoort bij vraag 3b van de regeling. Geeft inzicht in de capaciteit en kwaliteit van de zorg. Helpt bij het identificeren van eventuele tekorten of overschotten aan personeel. Gegevens zijn essentieel voor het monitoren van trends binnen de zorgsector en het ontwikkelen van beleid dat gericht is op verbetering van de kwaliteit van de zorg.
4.2. Wat is het ziekteverzuim percentage van de zorgverleners?Deze indicator hoort bij vraag 3b van de regeling. Het ziekteverzuimpercentage geeft inzicht in de werkdruk en arbeidsomstandigheden binnen de zorgsector. Hoge ziekteverzuimcijfers kunnen wijzen op problemen zoals overbelasting of onveilige werkomstandigheden. Daarnaast is het belangrijk om te weten voor het bevorderen van een gezonde en duurzame arbeidsmarkt in de zorg. Informatie over ziekteverzuim kan helpen bij het beleid om personeel beter te ondersteunen en bij te dragen aan kwaliteitsverbetering van de zorg. Het kan ook relevant zijn voor financiële verantwoording en het toewijzen van middelen
4.3. Hoeveel vacatures stonden er op 31 december open die op 1 september ook open stonden?Deze indicator hoort bij vraag 3b van de regeling. Beter inzicht krijgen in de arbeidsmarkt binnen de zorgsector. Deze informatie helpt bij het identificeren van tekorten aan personeel en de specifieke gebieden waar extra ondersteuning of beleid nodig is. Het geeft inzicht in de uitdagingen waar zorgaanbieders mee te maken hebben en kan helpen bij het optimaliseren van beleid en middelen.
4.4. Is de zorgverlening geheel of gedeeltelijk uitbesteed door de zorgaanbieder (d.w.z.: werd deze verricht in onderaanneming, inclusief door zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en leden van een coöperatie)?Deze indicator hoort bij vraag 3b van de regeling. Onderaannemers vallen ook onder het zorgaanbiederbegrip van de WMG. Dat betekent dat zowel hoofd- als onderaannemers in beginsel openbaarmakingsplichtig zijn. Een hoofdaannemer sluit de contracten met de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget waarin de zorgaanbieder zich verplicht tot het leveren van zorg. Ook brengt de hoofdaannemer de tarieven in rekening ten aanzien van die contracten. De hoofdaannemer besteedt de te leveren zorg geheel of gedeeltelijk uit aan de onderaannemer, zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of leden van een coöperatie. Deze andere zorgaanbieder verleent geheel of gedeeltelijk daadwerkelijk de zorg, namens de hoofdaannemer.
4.5. Heeft de zorgaanbieder geheel of gedeeltelijk zorg verleend als onderaannemer?Deze indicator hoort bij vraag 3b van de regeling. Onderaannemers vallen ook onder het zorgaanbiederbegrip van de WMG. Dat betekent dat zowel hoofd- als onderaannemers in beginsel openbaarmakingsplichtig zijn.
5.1. Aan hoeveel unieke patiënten is zorg verleend of hoeveel inzetten zijn er geweest?Deze indicator hoort bij vraag 3c van de regeling. Het helpt inzicht te verkrijgen in zorgvraag en - aanbod, zorgmonitoring. Het geeft informatie over bekostiging en juiste toewijzing van middelen aan zorginstellingen. Geeft inzicht voor kwaliteitsverbeteringen door trends en patronen binnen de zorg te analyseren.
6. BestuursverklaringDeze indicator hoort bij vraag 4 van de regeling. Hiermee toont het bestuur aan dat het bestuur verantwoordelijk is voor de financiële en operationele verantwoording van de organisatie.
7. Financiële jaarverantwoording

Algemene uitgangspunten

Voor de berekening van de indicatoren en informatievragen in de verschillende uitwisselprofielen worden algemene uitgangspunten gehanteerd. Uitgangspunten die gelden voor specifieke indicatoren of informatievragen worden bij de functionele beschrijving van de betreffende indicator beschreven. Indicator-specifieke uitgangspunten gaan voor op algemene uitgangspunten van een uitwisselprofiel.

Voor alle uitwisselprofielen gelden onderstaande algemene uitgangspunten:

Algemene uitgangspunten

De functionele vragen zijn op deze pagina in te zien: Functionele vragen De technische vragen (SPARQL's) zijn op deze pagina in te zien: Technische vragen

Heb je feedback?

Loopt u tegen een issue of vraag aan bij het KIK-V product? Neem dan contact met ons op!