Let op: deze afsprakenset is een oudere versie. Ga naar de laatste versie
Zorgverleners
Toekomstscenario: KIK-V afsprakenstelsel in de praktijk
Het verhaal van Fanisha
Fanisha werkt dit jaar twaalf jaar bij zorggroep De ZON, waarvan de laatste zeven jaar bij De Zonnewijde. Ze heeft vier kinderen en verhuisde ooit voor haar man van de Randstad naar Brabant. Ze is een zorgverlener pur sang. “Ik blijf hier nog wel even zitten hoor. Ja, op een moment werd het wel echt druk, te druk. Veel collega’s konden het niet meer aan, ze vielen uit of gingen voor zichzelf beginnen. Niet omdat ze dat nou zo leuk vonden, maar omdat ze zich niet meer konden vinden in hoe dingen eraan toe gingen. Ik moet toegeven dat ik het zelf ook niet altijd even leuk meer vond en het ook wel eens pittig vond. Maar ja, wat moet je dan? Die mensen moeten toch geholpen worden. Daar doe je het uiteindelijk voor. Gelukkig kan ik nu veel meer tijd besteden aan de zorg, aan de mensen, waar het om draait en waarvoor ik dit werk heb gekozen. Ik kan ook steeds vaker gewoon effe gezellig beppen met ze, het is mooi om te zien hoe die schatten daarvan opknappen.”
Administratie als onderdeel van het zorgleveringsproces
Dat Fanisha meer tijd kan besteden aan de zorg, is iets wat in de hele sector terug te zien is. Er werd al tijden veel geklaagd over administratieve lasten. Fanisha begreep niet goed wat dat nou allemaal met zorg te maken had. “Een paar keer per jaar was de hele organisatie in rep en roer, want dan waren er mapjes kwijt en moesten er ineens gehaast nog allerlei dingen bij elkaar geraapt worden. Ik had dan altijd wel te doen met de kwaliteitsmedewerkers. Dat kan toch niet leuk zijn, dacht ik dan.”
Die situatie is nu gelukkig wel anders. Er zijn nog wel eens piekmomenten, maar niet meer zoals toen. Er is meer begrip tussen collega’s onderling op het onderwerp administratie en er wordt minder afgegeven op het zorgkantoor. “Als ik nu meneer Pietersen verzorg, dan is dat niet anders als vroeger. Ja, op wat meer technische snufjes na dan hè. Maar al dat geneuzel eromheen, al die dingen die ik steeds in dat ongelukkige programma in moest vullen. Het was gewoon niet logisch. Dan meette ik iets, wat ik ergens moest typen en ja dan maakte ik wel eens een foutje. Een verkeerd cijfertje of een verkeerd kolommetje. Soms kreeg ik er dan veel later vragen over en dan wist ik het niet meer. Of ik moest een half jaar later datzelfde of in ieder geval iets wat er heel erg op leek nog eens ergens invullen. Daar snapte ik geen snars van. Van de meeste dingen begreep ik niet wat er nou mee gebeurde.”
Aan Fanisha’s lichaamstaal is te merken dat ze licht geïrriteerd is als ze hieraan terugdenkt en slaagt een zuchtje. Dan recht ze haar rug en begint enthousiast te vertellen over haar werk nu. Hoe gemakkelijk ze nu overweg kan met een laptop, tablet en mobiel. Die gebruikt ze allemaal door elkaar heen, want de programma’s die ze voor haar werk nodig heeft zijn zo op elkaar afgestemd dat dat heel eenvoudig werkt. Je moet alleen even weten hoe. “Ik ben eigenlijk helemaal geen kei met die technische dingen, maar gelukkig is iedereen in het bedrijf heel goed meegenomen toen we overgingen naar de nieuwe programma’s. Ik ben niet de jongste meer, maar zo voelt het toch alsof ik met de tijd mee ga!”
De resultaten van metingen die Fanisha uitvoert bij cliënten, komen automatisch in een systeem te staan, bij de juiste persoon. In hetzelfde systeem kan ze bijhouden hoe het cliënten over de tijd vergaat. Soms zijn er familieleden die ook een paar dingen bijhouden van cliënten in een app. “De zoon van meneer Pietersen is een snuggere vent die dat soort dingen ook leuk vindt. Laatst liet hij mij die app zien. Ik had er al vaker mensen mee in de weer gezien. Of hij die informatie aan mij kon doorsturen, had hij gevraagd. Ik was eens bij wat collega’s gaan navragen. En raad eens, met een paar klikken en vingerafdrukken konden die gegevens ook bij ons in het systeem worden gezet. Geweldig toch?!”
In diezelfde app zag de zoon van meneer Pietersen dat er heel weinig mensen zijn gevallen in de instelling, vertelt Fanisha. Hij liet de overzichten van het verpleeghuis zien. "Ik heb hiervoor nooit een lijstje apart voor bijgehouden. Kennelijk kunnen anderen vanuit dat soort procesinformatie deze mooie overzichten maken. Veel dingen gaan tegenwoordig automatisch. Dat wordt steeds vanzelf bijgewerkt en kan ik allemaal terugzien, daar hoef ik niets voor te doen. We hebben bijvoorbeeld slimme bedden die signaaltjes afgeven. Sommige dingen moet ik nog wel invoeren, maar dat is zo gepiept en omdat het zo weinig tijd kost en makkelijk gaat doe ik het meteen met mijn andere dingen samen. Het is nu gewoon onderdeel geworden van mijn werk, ik denk er niet echt meer over na. En ik hoef nooit meer iets dubbel in te voeren ergens, dat is echt zo fijn!”
Fanisha werkt tegenwoordig ook heel prettig samen met haar ‘collega’s van kwaliteit’, zoals ze die noemt. “De dingen die ik invul, kunnen zij ook meteen zien op hun scherm. Het systeem maakt er dan soms nog wel wat anders van, er wordt dan bijvoorbeeld informatie van al onze bewoners bij elkaar opgeteld omdat mijn collega’s dat zo nodig hebben voor hun werk en niet van alle bewoners apart. Maar we begrijpen elkaar nu beter, kunnen beter praten over waar we mee werken. Zoals ik al zei, ik heb niet zo veel met techniek, maar ons werk, de sfeer onderling en de aandacht voor onze bewoners is er wel echt beter op geworden. In de toekomst zie ik dit ook wel zitten voor mijn collega’s in de GGZ. Doordat we met elkaar structurele samenwerking hebben ingericht, kunnen we niet alleen blijvend verbeteren in de verpleeghuiszorg, maar ook in de andere sectoren.”
Heb je feedback?
Loopt u tegen een issue of vraag aan bij het KIK-V product? Neem dan contact met ons op!