Hieronder staan de algemene uitgangspunten die gehanteerd worden bij de berekening van deze indicatoren.
‘Meerdere indicatoren vragen een berekening 'naar rato' voor tijdgebonden zaken, zoals contracten.
Wat daarmee bedoeld wordt is dat een contract dat alleen geldig was in de eerste helft van een te meten jaar, niet even belangrijk is al een contract dat het hele jaar geldig was. De 'belangrijkheid', of de mate waarin een contract dat voor een deel van de meetperiode geldig was, wordt bepaald door een wegingsfactor te berekenen.
In SPARQL zijn echter geen datumfuncties beschikbaar, waardoor de berekening van het aantal kalender- of werkdagen tussen twee gegeven datums niet alleen complex is, maar (daardoor) ook een grote impact op performance heeft. Voor de berekening van de indicatoren waar dat voor geldt wordt gerekend met een jaar van 12 maanden van elk 30 dagen. Dit is een bewuste keuze die geen impact heeft op het resultaat van de betreffende indicator. Een gedetailleerde toelichting van de toepassing van dit principe staat beschreven in de veelgestelde vragen sectie.
Het gaat om de volgende indicatoren:
Voor indicatoren en informatievragen waar het aantal fte berekend wordt, geldt het volgende. Bij deze indicatoren worden het aantal uren berekend. Iedere afnemer van gegevens kan op basis van het totaal aantal uren zijn/haar eigen definitie van fte toepassen, zoals 36, 38 of 40 uur per week. Een afnemer kan op deze manier zelf het aantal fte berekenen. In de voorbeeldberekening van de functionele beschrijvingen waarvoor dat geldt is de stap van het omrekenen naar fte reeds meegenomen.
Voor de berekeningen met werkovereenkomsten en/of medewerkers worden de volgende definities en relaties gehanteerd: https://gitlab.com/kik-v/ontologie/source/-/blob/main/Platen%20en%20Visualisaties/Overeenkomsten%20en%20rollen.png
Elke zorgaanbieder bepaalt op basis van de 'functie', welke personen vallen onder zorggerelateerde werknemers.
Hierbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd. De zorgaanbieder bepaalt welke functies zorgverlener zijn. Dit betreft de functie die vermeld staat in de werkovereenkomst van de werknemer. Functies die bijvoorbeeld kunnen vallen onder de definitie van zorgverlener zijn: behandelaren, verpleegkundigen, verzorgenden, helpenden, geestelijk verzorgenden, gastvrouwen, vrijwilligerscoördinatoren, activiteitencoördinatoren, welzijnsmedewerkers, medewerkers activiteitenbegeleiding, beweegagogen, sociaal agogen, leerlingen, medewerkers leefplezier, woonbegeleiders, medewerkers zorg & welzijn, zij instromers met BBL-opleiding, stagiaires, huiskamermedewerkers, SPW-ers, familiecoaches, voedingsassistenten die direct werken met klanten, huishoudelijke medewerkers of facilitaire medewerkers die direct werken met klanten, catering medewerkers die direct werken met klanten, locatiemanagers en teamleiders en anderen als ze (deels) werken als zorgpersoneel.
NB: De zorgaanbieder dient hiervoor een lijst met de indeling van de functies op te stellen (en te onderhouden). Bijvoorbeeld:
Functie | Zorgverlener? |
---|---|
Specialist ouderen geneeskunde | Ja |
Functioneel beheerder | Nee |
Elke zorgaanbieder bepaalt welke personen ingedeeld worden in een bepaald kwalificatieniveau.
Hierbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd: a. Het kwalificatieniveau wordt bepaald op basis van de functie die geregistreerd is bij de werkovereenkomst. b. Elke functie is ingedeeld in maximaal één kwalificatieniveau. c. Een kwalificatieniveau kan meerdere functies bevatten. d. De zorgaanbieder bepaalt in welk kwalificatieniveau een functie wordt ingedeeld. De indeling vindt plaats in een van de 9 kwalificatieniveaus uit de lijst met kwalificatieniveaus uit het Handboek in het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
NB: De zorgaanbieder dient hiervoor een overzicht met per kwalificatieniveau ingedeelde functies op te stellen (en te onderhouden).
Bijvoorbeeld:
Kwalificatieniveau | Functies |
---|---|
Niveau 1 zorg en welzijn | Functie x |
Niveau 2 zorg en welzijn | Functie y |
… | |
Niveau 6 zorg en welzijn | Functie z |
Behandelaren/(para-) medisch | ... |
Overig zorgpersoneel | ... |
Leerlingen | ... |
Met betrekking tot de indicatoren personele samenstelling is niet voor elke indicator een zuivere toerekening te maken naar de Wlz (cliënten met een Wlz-indicatie met zorgprofiel VV4 t/m VV10). De functionele beschrijvingen gaan uit van berekeningen op organisatie-niveau. Voor deze indicatoren kan dan gebruik gemaakt worden van een zogenaamde verdeelsleutel. Voor de indicatoren waar dit toegepast kan worden, is dit in de toelichting aangegeven.
Op deze pagina's staan beschrijvingen van verdeelsleutels die toegepast kunnen worden om een toerekening naar de WLZ sector VV te doen:
Op welke manier een of meerdere verdeelsleutels toegepast dienen te worden staat hier beschreven: klik hier
Het personeel waar in deze uitvraag over wordt gesproken betreft personeel dat betrokken is bij de zorg van deze cliënten. Dat betekent dat ook eigenaren van kleinschalige woonvoorzieningen die zelf betrokken zijn bij de zorg meegenomen worden.
a. De peildatum betreft de dag op basis waarvan de indicator berekend wordt.
Bijvoorbeeld: Het aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst op 1 januari (peildatum) betreft het aantal medewerkers dat op 1 januari beschikte over een arbeidsovereenkomst.
b. Het meetmoment betreft het moment waarop een meting wordt gedaan en de indicator of informatievraag wordt berekend met de op dat moment beschikbare gegevens.
Bijvoorbeeld: Het aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst op 1 januari (peildatum) kan berekend worden op 1 februari (meetmoment).
c. De meetperiode betreft de periode waarover de indicator of informatievraag wordt berekend.
Bijvoorbeeld: Het aantal medewerkers dat in december (meetperiode) in dienst trad kan berekend worden op 1 februari (meetmoment).
Bij een populatie van 10 cliënten of minder (n =< 10) wordt de indicator niet berekend. In dat geval wordt het volgende getoond: 'Waarneming kleiner dan 10'.
Loopt u tegen een issue of vraag aan bij het KIK-V product? Neem dan contact met ons op!